Als lid van het verzet duikt Peeters onder in de buurtschap Maalbroek in het huis van Jozef Smeets. Op 26 september 1944 worden zij daar gearresteerd door de Duitsers. Ze moeten hun eigen graf graven, waarna ze worden doodgeschoten. Peeters wordt 24 jaar oud. Het bidprentje is via de Oorlogsgravenstichting.